Ontwerp legalisatieprogramma PAS-meldingen ter inzage
Op 5 november 2021 is het ontwerp legalisatieprogramma meldingen op voordracht van minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) goedgekeurd door de ministerraad. Het legalisatieprogramma geeft duidelijkheid over het proces van PAS-melding naar vergunning.
Het ontwerp ligt vanaf 10 november 2021 zes weken ter inzage voor zienswijze. Naar verwachting is het definitieve programma begin 2022 vastgesteld. Binnen drie jaar na de vaststelling van het programma moeten de maatregelen getroffen zijn waarmee legalisatie van alle PAS-meldingen mogelijk is.
Benodigde stikstofruimte
Voor het verlenen van vergunningen is stikstofruimte nodig. De stikstofruimte voor het verlenen van vergunningen aan PAS-meldingen moet komen uit bronmaatregelen waarvan de vrijgekomen ruimte wordt toegevoegd aan het stikstofregistratiesysteem (SSRS). Naar verwachting wordt in december 2021 de systematiek om meldingen te legaliseren via het SSRS toegevoegd aan de Regeling natuurbescherming.
Waarom een legalisatieprogramma
Op 1 juli 2015 begon het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Tijdens dit programma gingen activiteiten met weinig stikstofneerslag onder voorwaarden door. Dit kon met een melding onder de Wet natuurbescherming. Het programma was bedoeld om toestemming te geven voor activiteiten die stikstofneerslag veroorzaakten. En om de lasten van de initiatiefnemers van deze activiteiten te verlichten.
Op 29 mei 2019 oordeelde de Raad van State dat het PAS in strijd was met de Europese Habitatrichtlijn. De Europese Unie maakte de habitatrichtlijn om de biologische biodiversiteit in Europa te beschermen. De Raad van State oordeelde dat het voor projecten die stikstofneerslag veroorzaken, verplicht is om een vergunning aan te vragen. Deze verplichting is vastgelegd in de Wet natuurbescherming. Hierdoor is het voor projecten waarvoor onder het PAS geen vergunning nodig was, toch een vergunning nodig. Voor sommige van deze projecten was al een PAS-melding gedaan.
Het Rijk en de provincies voelen zich samen verantwoordelijk voor het oplossen van deze situatie. Daarom is er een legalisatieprogramma ontworpen. De wettelijke basis hiervoor ligt in de Wet natuurbescherming.