Extra geld voor Zeeland, Flevoland en Noord-Holland voor maatregelen landelijk gebied

Het kabinet verdeelt de € 45,5 miljoen die extra is uitgetrokken voor maatregelen voor landbouw en natuur over de provincies Zeeland, Flevoland en Noord-Holland. Dit schrijft minister Femke Marije Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) in een brief aan de Tweede Kamer.

Het extra geldbedrag (reeds opgenomen in de LVVN begroting 2025) is aanvullend op de € 1,54 miljard die het vorige kabinet beschikbaar stelde voor de zogenoemde koplopersmaatregelen. Dit zijn maatregelen die snel uitgevoerd kunnen worden, en bijvoorbeeld gericht zijn op doelsturing, waterinfiltratiesystemen en natuurherstel.

Het kabinet heeft vastgesteld dat er grote verschillen bestaan in de rijksbijdragen die de provincies hebben ontvangen. Hoewel ook de uitdagingen per provincie sterk uiteenlopen, benadrukt het kabinet het belang van een evenredige verdeling van de middelen. Voor de provincies Zeeland, Flevoland en Noord-Holland was in eerste instantie weinig geld beschikbaar. Met dit aanvullende geldbedrag kunnen zij meer maatregelpakketten uitvoeren.

De provincies aan zet

In totaal is voor € 98 miljoen aan maatregelen positief beoordeeld voor de drie provincies. Niet al deze maatregelen kunnen worden gefinancierd. Aangezien de provincies goed op de hoogte zijn van de situatie in hun gebieden en de betrokken partijen, en in staat zijn om de meest effectieve maatregelen te bepalen, ligt de beslissing over welke maatregelen gefinancierd worden bij hen. In onderstaande tabel is het maximale bedrag voor de drie provincies te zien.

Extra bijdrage, bedragen x € 1 mln.

Zeeland

21,1

Flevoland

3,3

Noord-Holland

21,1

Totaal

45,5

Toelichting

Provincies hebben maatregelen ingediend bij het Rijk. Alleen maatregelen die voldoende bijdragen aan het behalen van de water-, natuur- en klimaatdoelen, zijn gefinancierd. Omdat provincies voor verschillende bedragen hebben aangevraagd, en niet alle maatregelen voldoende bijdragen aan doelbereik, verschillen de bedragen tussen de provincies. Door de extra middelen nu aan Zeeland, Flevoland en Noord-Holland te geven, wil het kabinet mogelijk maken dat provincies die eerder minder middelen toegekend hebben gekregen, meer maatregelen tot uitvoering kunnen brengen. Bij de besluitvorming hierover is naast de verdeling over koplopermaatregelen (2024) ook de verdeling van de versnellingsgelden (uit 2022) meegenomen.