Voortgang structurele aanpak stikstof
Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft vandaag een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de voortgang van de reeds genomen stappen om de uitstoot en depositie van stikstof te verminderen. In de brief gaat de minister ook in op de voorbereidingen voor een mogelijke vervolgaanpak van de stikstofproblematiek door een volgend kabinet. Onderzocht is een indicatief integraal pakket waarin de stikstof-, klimaat-, water- en natuuropgaven in samenhang worden opgepakt.
Sterke en betere natuur, meer ontwikkelruimte nodig
Met de dit jaar aangenomen Wet stikstofreductie en natuurverbetering versterkt en verbetert de natuur, komt er meer ruimte voor vergunningverlening, maar blijft de ontwikkelruimte voor nieuwe opgaven en activiteiten beperkt. Om meer ontwikkelruimte mogelijk te maken voor onder meer woningbouw, klimaatprojecten en een duurzaam perspectief voor de landbouwsector zijn aanvullende stappen nodig. Extra stappen zijn ook nodig om de natuurdoelen van na 2030 te bereiken.
Ook maatschappelijke organisaties komen zelf met voorstellen voor een versnelling en benodigde invulling van de stikstofaanpak, zoals het Versnellingsakkoord van Bouwend Nederland, LTO Nederland, VNO-NCW, MKB Nederland, Natuur & Milieu en Natuurmonumenten en het voorstel van de Coalitie Toekomstbestendige Melkveehouderij (CTM).
Het demissionaire kabinet heeft daarom voor de zomer besloten om – met het oog op een volgend kabinet - een mogelijke vervolgaanpak voor stikstof in kaart te brengen. In de ambtelijk ontwikkelde vervolgaanpak krijgt de landbouwsector steun voor het maken van een verduurzamingsslag en perspectief voor de toekomst.
Verschillende onafhankelijke organisaties hebben in dit kader onderzoek gedaan naar de meest effectieve manieren om de stikstof-, klimaat-, water- en natuuropgaven in samenhang op te pakken. De inzichten van het PBL, het RIVM en de WUR kunnen worden gebruikt om een verdere aanpak vorm te geven om de natuurdoelen te halen en om ontwikkelperspectieven in verschillende gebieden te realiseren. Het is nu aan de formerende politieke partijen om hierin keuzes te maken.
Gebiedsgerichte opgave
In de mogelijke vervolgaanpak wordt - door meerdere opgaven tegelijk aan te pakken – voorkomen dat ondernemers keer op keer geconfronteerd worden met verschillende eisen en regels. Wat er waar moet gebeuren, verschilt sterk per gebied. Dit is afhankelijk van bijvoorbeeld de bodemgesteldheid, de soort ondergrond, de conditie van het water of de nabijheid van Natura 2000-gebieden. Keuzes voor de gebiedsgerichte aanpak en de hervorming van in het bijzonder de landbouwsector hebben impact, met name in het landelijk gebied. Een nieuw kabinet zal fundamentele keuzes moeten maken. De mate van ondersteuning bij de omslag naar een duurzame bedrijfsvoering is hierbij een belangrijke pijler. Een omslag vraagt zorgvuldigheid, waarbij het vakmanschap en ondernemerschap van de landbouwsector moet worden benut.