Wetsvoorstel Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur naar Raad van State
Het kabinet werkt aan een brede gebiedsgerichte aanpak die zich richt op stikstofreductie en verbetering en herstel van natuur, water en klimaat in Nederland. Voor de uitvoering van de aanpak stelt het kabinet incidenteel ruim € 24 miljard beschikbaar tot 2035. Vrijdag 15 juli heeft de ministerraad ermee ingestemd om de Raad van State te vragen advies uit te brengen over de instellingswet die hiervoor nodig is.
Criteria voor uitgaven
De ruim € 24 miljard wordt uitgeven via een begrotingsfonds. Voor het instellen van een begrotingsfonds is een instellingswet nodig die onder meer regels stelt over de doelen en de aard van de uitgaven. De instellingswet bepaalt globaal aan welke criteria die uitgaven moeten voldoen. Die criteria worden later aangevuld en ingevuld bij de uitwerking van de gebiedsgerichte aanpak.
Het Rijk en de medeoverheden (met name provincies) werken de komende periode samen de integrale, gebiedsgerichte aanpak verder uit. Het fonds en de instellingswet ondersteunen deze aanpak financieel en maken uitgaven voor de aanpak vanaf 2024 mogelijk.
Internetconsultatie
Het concept-wetsvoorstel heeft tussen 25 april en 22 mei opengestaan voor consultatie. De internetconsultatie en de ontvangen adviezen hebben niet geleid tot wijzigingen in de doelen van het fonds. Wel gaven zij nieuwe inzichten in hoe het fonds in de praktijk gaat werken. Deze inzichten zijn gebruikt om het wetsvoorstel aan te vullen met enkele globale criteria voor het toekennen van middelen. Ook zijn de voorwaarden voor het gebruik van de zogenoemde vangnetbepaling (artikel 2 lid 3 onder a) duidelijker geformuleerd.
Het verdere proces en versnellingsmogelijkheden
Naar verwachting wordt het wetsvoorstel in het najaar ingediend bij de Tweede Kamer. Het kabinet streeft naar inwerkingtreding per 1 juli 2023, zodat met Prinsjesdag 2023 de eerste fondsbegroting kan worden ingediend. In de praktijk betekent dit dat de eerste concrete uitgaven uit het fonds per 1 januari 2024 mogelijk zijn.
Vanwege de omvang en urgentie van de gebiedsgerichte aanpak wacht het kabinet hier niet op met het nemen van maatregelen. Momenteel werken we samen met provincies aan mogelijkheden om een deel van de middelen al in 2022 en 2023 te kunnen inzetten.