Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging (MGB)

Status: in voorbereiding

Wat houdt de maatregel in?

De Regeling provinciale gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties (Rpgb, ook wel aangeduid als Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging, MGB) is een specifieke uitkering aan provincies waarmee zij eigen provinciale subsidieregelingen kunnen openstellen voor het op vrijwillige basis geheel of gedeeltelijk laten beëindigen van veehouderijlocaties.

De MGB-regeling ondersteunt de uitvoeringsgerichte en gebiedsspecifieke aanpak door provincies, gericht op realisatie van water-, natuur-, stikstof- en klimaatopgaven in veenweidegebieden, beekdalen, zandgronden en overgangszones rond Natura 2000-gebieden. Op basis van de regeling kunnen provincies voor deze gebieden eigen provinciale subsidieregelingen openstellen, waarbij de gebieden door provincies desgewenst nader kunnen worden begrensd.

Wat levert het op?

Het geheel of gedeeltelijk beëindigen van veehouderijlocaties leidt tot een directe beperking van de emissies van stikstof en broeikasgassen. Daarnaast geeft de regeling een impuls aan de  gebiedsgerichte aanpak en draagt daarmee indirect bij aan het realiseren van doelen voor natuur, water, klimaat en biodiversiteit. De opbrengst is afhankelijk van de hoeveelheid, aard en ligging van de bedrijven die meedoen aan de regeling.

Wat is de stand van zaken?

Publicatie van de regeling in de Staatscourant is voorzien voor medio november 2024. De openstelling voor provincies is vanaf 2 december 2024 t/m 28 februari 2025. RVO kan budgetaanvragen door provincies vanaf begin januari 2025 beschikken. Naast de middelen die met de regeling voor provincies beschikbaar worden gesteld, kunnen provincies ook eigen middelen inzetten. 

Wie kunnen gebruik maken van deze maatregel?

Via de provinciale beëindigingsregelingen komen veehouderijlocaties die in de genoemde gebieden zijn gelegen voor deelname in aanmerking wanneer zij een ammoniakemissiereductie realiseren boven een drempelwaarde van 250 kg NH3/jaar voor melkvee- en rundveebedrijven en 750 kg NH3 per jaar voor overige sectoren.